Na vier keer, nog steeds positief?

 

Ik rijd naar een klein dorpje waar ik een afspraak heb met een bankdirecteur, hij is al vier keer overvallen. De krant waarvoor ik schrijf, wil graag een artikel hieraan wijden.

Zoekend naar nummer vierendertig rijd ik langzaam door zijn straat. Parkeer mijn auto en ik lees mijn vragen nog een keer door. De man staat al voor het raam te kijken als ik uitstap en mijn portier op slot draai. Wanneer ik wil aanbellen gaat de deur al open.

‘Goedemorgen mevrouw, ik zag u al aankomen.’ En de man geeft me een hand.

‘Goedemorgen, meneer Kersenboog, ik ben Patricia van Drempel.’

De man begeleidt me door de gang naar de woonkamer. En ik neem plaats op de bank.

‘Wil u koffie?’

‘Graag, met een scheutje melk.’

De man komt de kamer binnen en zet twee mokken op tafel. Terwijl hij gaat zitten in de fauteuil, kijk ik naar zijn gezicht. Een knappe man van zevenenveertig jaar, licht getinte huid, bruingroene ogen en golvend bruingrijzige haren. Hij komt rustig over, geen gestreste man die al vier keer is overvallen.

‘En, hoe gaat het met u, meneer Kersenboog?’

‘Zegt u maar Kevin,’ en hij glimlacht naar me.

Die glimlach raakt me, en even weet ik niets meer te zeggen. Ik ben alweer acht jaar single en het is een tijdje terug dat een man mij op die manier toelachte.

‘Het gaat best aardig met me,’ en de man begint te draaien op zijn stoel. ‘Hoe gaat het met u?’

Weer weet ik niets te zeggen, normaalgesproken geven ze in een interview geen wedervraag. Voordat ik iets kan zeggen kijkt hij me weer aan en vraagt: ‘Ik wist niet dat ze bij de krant zulk mooi personeel hebben, bent u allang journaliste?’

‘Ja, dertien jaar,’ zeg ik beduusd. En ik voel een kleur op mijn wangen komen.

‘Sorry, als ik u in verlegenheid heeft gebracht, dat was niet mijn bedoeling. Normaalgesproken ben ik een heel gesloten man, tegenover de vrouwen dan. Maar bij u, voel ik me zo vrij!’ Hij gaat rechtop zitten met zijn ene been over de ander. ‘Vertelt u eens, vindt u het werk leuk, is dit uw eerste krant waar u werkt of heeft u ook geschreven voor iemand anders?’

‘Ik, eh…’ begin ik stotterend. ‘Ik heb ook geschreven voor de plaatselijke supermarkt. Dat deed ik in mijn stageperiode. Bij deze krant wist ik dat er iemand weg zou gaan en had meteen gesolliciteerd. Zij zagen iemand die net afgestudeerd was wel zitten, ze konden mij nog vormen, zoals ze dat noemen.’

Hij had weer koffie gehaald en gaat naast me zitten. ‘Ik dacht dat dit zo’n stijf gesprek zou worden,’ zegt hij, en geeft me een mok aan. Ik kijk hem aan en krijg kriebels in mijn buik. Dan vertelt hij verder.

‘Ik voel me bij u op mijn gemak, dat is wel anders geweest. In de tijd dat ik nog getrouwd was, hadden mijn vrouw en ik veel ruzie. Zij was meer geschrokken van de eerste overval dan ik. Mijn ex vrouw liet me niet meer alleen weggaan, bang dat ik vermoord zou worden door de overvallers. Toen ik dan ook nog een tweede keer werd overvallen, en nachtmerries kreeg, ging ze weg. Na een maand was ze al bij haar nieuwe vriend ingetrokken, ze wilde niet alleen wonen.

Ik ging in therapie omdat ik het leven niet meer zag zitten. Echt, ik zat er zo doorheen!’ Hij neemt een slok koffie en kijkt me aan. ‘Ik wist niets van het huishouden, wist niet hoe de wasmachine werkte en kon niet koken. En u, woont u ook alleen?’ en hij kijkt me weer aan.

Na veel persoonlijke vragen die hij me stelde, keek ik naar Kevin met de vraag waarom wil deze knappe, maar lieve man alles van mij weten? Wie interviewt nou wie? ‘Maar vertel mij nou…’

‘Blijft je eten?’ vraagt hij, terwijl hij me onderbreekt. ‘Ik heb genoeg en ik vind het wel gezellig als een knappe en lieve vrouw zoals jij, aan mijn zijde eet.

‘Ik denk dat ik maar eens ga, we kunnen een andere afspraak maken als u alsnog geïnterviewd wilt worden.’ Ik sta op met een raar gevoel in mijn maag en ik vertrouw het niet. Kevin springt op van de bank als ik hem een hand wil geven. Hij gaat voor mij staan en kijk me met zijn bruingroene ogen aan. Die blik voel ik diep in mijn lichaam, voel een tinteling in mijn buik, en sta zachtjes te trillen op mijn benen. Wat een knappe man, denk ik zuchtend. Dan opeens buigt Kevin naar voren en geeft me een innige kus! Overrompelt kus ik hem terug. Wat voelt dit goed. Hij slaat zijn armen om mij heen en trekt me nog dichter tegen hem aan. De kussen worden intiemer en ik beantwoord ze gretig! Mijn handen woelen door zijn haren en ik sluit mijn ogen.

Kevin stopt met zoenen maar houdt mij stevig vast.

‘Lieverd ik ben zo verliefd op je!’

‘Op mij? Je ziet me voor het eerst!’

‘Ik had al navraag naar jou gedaan, er komen zoveel interviewsters op mij af. Ze denken allemaal: ha… een gescheiden man met een hoop ellende, dat is voer voor de krant! Ze gebruiken mij alleen maar om een leuk stukje te kunnen schrijven, wat vaak een negatief bericht wordt in de krant. Ik ben dat zo zat en toen ik hoorde dat jouw krant ook iemand zou sturen had ik gebeld om te vragen, wie er zou komen. Jouw naam gaf mij kippenvel! Waarom weet ik niet maar iets in mij zei, dat ik deze kans niet voorbij moest laten gaan. Ik ben jouw artikeltjes gaan lezen en werd steeds nieuwsgieriger naar je! Toen ik jouw foto zag, een week geleden, was ik opslag verliefd op je geworden. Sorry!’

Zo bleven we een tijdje staan, stevig in elkaars armen.

‘Ik blijf graag eten,’ en geef hem een kus. ‘Al zal ik geen hap door mijn keel krijgen, want ik geloof dat het wederzijds is!’

 

Met angst slaat hij de ochtendkrant open, stil hopend: zou het gisteren toch allemaal echt geweest zijn? Is het liefde op het eerste gezicht? Of is zij net als die andere vrouwen, die mij misbruiken voor een leuk verhaaltje? Dan leest hij:

Positief denken, ook na vier overvallen!

Bankdirecteur,  meneer K. Kersenboog, blijft positief denken, ook na vier overvallen op zijn bank.

De eerste keer was het schrikken geblazen. Ze kwamen met zijn vijven naar binnen, droegen allen een bruine bivakmuts en lieten hem een pistool zien. De grootste van die vijf, gaf hem een briefje met de tekst: dit is een overval, roep geen politie of we schieten je neer! Hier heb je een tas en doe daar het geld in, alleen papiergeld! Nachten daarna lag hij wakker in bed als hij eraan terugdacht.

De tweede keer was nog in dezelfde maand. Ditmaal zo’n drie man sterk, een pistool en een tas voor het geld. Dit had grote impact op hem. Zoals hij zelf zegt: ik was niet alleen veel geld kwijt, maar het kostte me ook mijn huwelijk. Na maanden therapie, gaat het weer goed met hem als er op het werk vier mannen binnenkomen in vrouwenkleding. Hij dacht nog: ha.., een vrijgezellenavondje! En de mannen moeten nog even geld hebben voor het feest. Maar schijn bedriegt! Overval nummer drie! Hij keert meteen terug naar de therapeut en komt er sterker uit dan die keer ervoor. Ook omdat hij een voorbeeld wil zijn voor zijn secretaresses, die er de eerste twee keren niet bij waren.

Nu, na de vierde bankoverval, kijk ik een man in de ogen die, met een diepe zucht, antwoord geeft op mijn vragen.

‘Ja, wat doet het met je? Is de schrik groter na de eerste- of de laatste keer? Wat moet je wel of niet doen? Ik weet het niet. Volgens mij, moet je gewoon jezelf proberen te blijven en niet in paniek raken. De vier keren dat ik overvallen ben, zijn steeds goed afgelopen. Ik zal er dan ook op voorbereid zijn, als er nog een vijfde en zesde keer gaat komen! Ik denk maar zo: na regen komt zonneschijn!

 

Met een grote glimlach op zijn gezicht, vouwt hij de krant dicht en voelt een verlangen opkomen, als hij weer aan de dag van gisteren denkt!

En…, het interview was zo positief, dat hij binnenkort niet meer alleen woont!

 

Sylvia