Zo snel als een haas!
Het is kwart voor zeven ’s morgens als ik het pad volg langs een stromend beekje, dat hier en daar verandert in kleine watervalletjes. Op het moment dat ik mijn iPod aan wil zetten, schrik ik en sta abrupt stil! Links van me schrikt een haas van mij, die op haar beurt op mijn schoenen springt, zich afzet en snel wegspurt, terwijl ze met haar grote grijs met witte pluimpjes op de oren, even mijn knie raakt! Opgelucht kijk ik haar na, totdat ze in de verte het bos in duikt, dan zet ik de muziek zachtjes aan en glimlachend vervolg ik mijn pad.
Als ik het dorp nader komt de boer net zijn slagerij uitstappen en zegt: ‘Jij bent vroeg!’
‘Ja, ik dacht dat het even voor achten was, maar het bleek een uur vroeger te zijn!’ Ik vertel hem het verhaal van de haas, waarop hij lachend zegt: ‘Een lekker hazenboutje gaat er wel in, elke dag koeienvlees gaat ook zo vervelen!’
‘Ze was me te snel af!’ grinnik ik, en denk, al had ik haar wel kunnen pakken, dan nog laat ik de natuur met rust! Als de boer in zijn auto stapt, zegt hij, voordat hij de motor start: ‘Mocht je de haas weer tegenkomen, je weet waar de sleutel hangt van het slachthuis!’ Luid lachend rijdt hij weg.
Op de terugweg besluit ik aan de schaduwkant van de weg te gaan lopen, want ondanks dat het nu rond achten is, is het al erg warm! Na een scherpe bocht naar rechts zie ik een haas rustig op me afhuppelen, ik blijf in de schaduw stilstaan en glunder als mij de woorden van de boer te binnen schieten. De haas stopt op drie meter van me vandaan, kijkt me onzeker aan, draait zich razendsnel om en kiest het hazenpad!
Als ik thuiskom, en het verhaal aan de kinderen vertel, vraagt Lina: ‘Mamma, wat is een haas?’
‘Dat is een groot konijn, volgens mij is ze groter dan Pippo!’ leg ik haar uit.
‘Groter dan onze hond?’ zegt ze ongelovig.
‘Een haas gaat zo snel, dat kan je rennend niet bijhouden! ‘Misschien met een fiets of nee…, met een auto!’ zegt Mirco haar uitleggend.
Lina kijkt me aan en vraagt: ‘Gaan we naar het dorp lopen?’
‘Dat is drie kilometer lopen, lieverd!’
‘Maar dat red ik heus wel hoor!’ en ze trekt haar gympies aan.
We zijn twintig minuten onderweg als ik zie dat mijn dochter moe begint te worden.
‘Wil je even rusten lieverd?’ en als ze wil antwoorden, komt er rechts van ons een haas uit de bosjes en die huppelt nietsvermoedend, rustig bij ons vandaan. Lina zegt niets, maar haar bruingroene ogen zijn groot en ze glimmen! Als de haas achter een boom verdwijnt zegt Lina fluisterend: ‘Kom mam, gaan we kijken waar het konijn naar toe is gegaan!’
‘Dàt was nou een haas!’ zeg ik grinnikend. Lina jubelt luid waardoor de haas van schrik achter de boom vandaan komt en snel wegrent!
‘Wat is ze groot hé!’ zegt ze verwonderd, ze pakt me hand vast en zegt, terwijl ze stevig door begint te lopen: ‘Kom gaan we naar de bar, koffie drinken!’
Als mijn man met onze zoon aan komt rijden, roept Lina hen vanaf het terras enthousiast toe en als ze het verhaal vertelt, zie ik het gezicht van Mirco triest worden. Ik begrijp meteen wat er aan de hand is en zeg tegen hem: ‘Mirco, loop jij met me mee terug naar huis, dan gaat je zusje met de auto!’ Hij knikt, en we lopen hand in hand weg. We genieten van de vele vogelgeluiden, maar als we na tien minuten nog steeds geen dier hebben gezien hoor ik Mirco zachtjes vragen: ‘Maria, mag ik ook een wild dier zien, want ik hou van de natuur!’ Ik knijp zachtjes in zijn hand en denk hetzelfde.
Dan…, zien we een schaduw op de weg die zich langzaam verplaatst. Blij kijk ik naar mijn zoon en zeg: ‘Kijk, een slang!’ Voorzichtig naderen we de plaats waar het dier de bosjes in is gegaan. Vol trots zegt Mirco een fietser gedag en praat ronduit over de slang, die hij nog nooit eerder had gezien! Bij de volgende bocht duikt een torenvalk recht voor ons naar beneden, pakt iets van de grond en vliegt weg! En met alle emoties en enthousiasme zegt Mirco luid: ‘Dank je Maria, dat ik twee wilde dieren heb mogen zien!’
De dag gaat voorbij en de hazen, slang en valk waren het gesprek van de dag! Als we, nadat we hadden besloten om aan het eind van de middag naar huis te gaan, ’s avonds uit de auto stappen, loopt Lina naar het houten schuurtje en pakt haar fiets.
Ondanks dat de haas er groot uitzag, voelde Lina zich toch groter! Met die ervaring stapt ze zelfverzekerd op en fietst voor het eerst zonder zijwieltjes weg en zegt: ‘Zo ben ik wel sneller dan die haas!’ Ik begin te lachen en kijk naar mijn kleine meid op haar kinderfiets. Nu nog zoekend naar haar evenwicht, maar volgende week zal ze hazensnel zijn!
Sylvia