Fuut, fuuuut!
Ik was even in slaap gevallen op een stoel in de tuin, en wakker geworden van gerommel uit de bergen. Voor me schijnt nog de zon maar achter ons huis stapelen donkere wolken zich langzaam op. Ik kijk naar de koeien die nog rustig staan te grazen en denk: het slechte weer laat nog wel even op zich wachten. Ik hoop eigenlijk dat de bui weer terugwaait over de berg waar hij vandaan komt, dan kunnen we straks naar het feest in Frassinoro, zo’n twintig minuutjes hier vandaan.
Vorig jaar waren we er ook, er waren marktkramen, er werden oude beroepen getoond en er was een kleine stoommachine. Mirco, die van technische dingen houdt, zag de machine het eerst.
‘Kijk, wat is dat?’ en hij loopt er naar toe, terwijl de oude man een glinstering in zijn ogen krijgt.
‘Dit is een stoommachine, zal ik je laten zien hoe het werkt?’ vraagt de man, en hij pakt een fles met water. ‘Doe hier maar een scheutje in, dan wachten we af wat er gebeurt!’ Hij geeft de fles aan Mirco, die mij aankijkt of ik het goed vind. Ik glimlach en knik hem toe.
‘Toe maar, red je het alleen of moet die meneer je helpen?’ vraag ik, terwijl ik de man vriendelijk aankijk. Mirco pakt de fles met twee handen aan en giet een beetje water in een potje aan de achterkant van de machine. Lina kijkt aandachtig naar haar broer, maar blijft een klein stukje op afstand, omdat ze bang is. Mirco geeft de fles terug en de man zegt: ‘Ga maar een stapje achteruit, er gebeurt niets, maar misschien schrik je van de stoom.’ Verbaasd en toch ook wel met een beetje onzeker doet hij een stapje naar achteren, en als na een paar minuten de machine langzaam in beweging komt, zet hij grote ogen op.
‘Wow, hoe komt het dat het wiel nu gaat draaien, en waarom gaat dat heen en weer?’ Glimlachend zeg ik tegen de man: ‘Mijn zoon wil, als het om technische dingen gaat, precies weten hoe het werkt!’ De man legt een arm om Mirco heen en haalt hem voorzichtig dichterbij terwijl hij begint te vertellen wat je met stoom kan doen. Aan het eind van zijn verhaal zegt hij: ‘Trek maar voorzichtig aan dit kettinkje!’ Mirco trekt eraan en tegelijk gaat er een fluit af. Enthousiast trekt hij er nog een keer aan en begint luid te lachen.
‘Hoor Lina, fuut fuuuut!’ Ze komt ook dichterbij maar geeft haar vader een hand, omdat ze het niet helemaal vertrouwt. Voorzichtig pakt ze ook het kettinkje maar laat het meteen los als ze de fluit hoort, van schrik wil ze opgetild worden door haar vader. We bedanken de man voor de demonstratie en lopen lachend verder. Als we aan het eind van de markt zijn aangekomen, gaan we even op het terras zitten en drinken iets. Daar hoor ik een man links van me vertellen dat de paarden al onderweg zijn en met een minuut of tien hier aan moeten komen. Ik vertel aan mijn man wat ik heb gehoord en we besluiten rustig die kant op te gaan. Als we nietsvermoedend de bocht om gaan, kijken we elkaar verbaasd aan als we al die mensen zien zitten. We zoeken ook een plekje en dan begint er een man door een microfoon te praten. Nog steeds zijn we in het ongewisse van wat er gaat gebeuren, maar als de man iemand aankondigt, verschijnt er een man op een groot zwart paard. De man, die een prachtig oud kostuum aan heeft, komt sierlijk aangereden, stopt in het midden van het pleintje, neemt zijn hoed af en groet het publiek. Dan komt er een echtpaar aanrijden in een oud rijkostuum, terwijl de man met de microfoon uitlegt wie ze zijn, uit welk jaar de kleding is en wat ze in die tijd deden voor hun beroep. Zo gaat het een half uurtje door en dan verzamelen de paarden zich in twee groepen, waarvan één van die groepen precies voor ons gaat staan. Ik voel me niet echt op mijn gemak, omdat ik bang ben dat de paarden naar achteren zouden kunnen trappen. We besluiten naar een andere kant te lopen als de eerste man, met zijn mooie zwarte paard, in het midden gaat staan. De man, een gezellig persoontje, pakt zijn zweep en geeft daarmee een show, dan bestijgt hij zijn paard weer, terwijl iemand hem een accordeon aanreikt. Zachtjes begint hij te neuriën, en laat hij wat noten horen van zijn muziekinstrument. Dan begint hij een volkslied te spelen en iedereen begint mee te zingen, terwijl de groep met hun paarden langzaam weer weggaan. De accordeon horen we nog lang, maar als ze een bocht om gaan verdwijnen ook die prachtige tonen op de wind.
Ik schrik op als ik een harde donder achter me hoor, ik kijk omhoog en zie dat de bui dichtbij is, ook de koeien zijn ondertussen de stal ingelopen.
‘Dat wordt een serieuze onweersbui, helaas moeten we nu dus thuis blijven. Laten we hopen dat de bui vanmiddag snel voorbij gaat dan missen we wel de paardenoptocht, maar kunnen we toch bourgondisch eten!
Sylvia