Sylviaderijk.com

Dierentuin

Als ik zaterdagochtend vroeg uit bed stap, bedenk ik me iets en met dat idee loop ik in pyjama naar beneden en zet de computer aan. Ik tik wat woorden in op Google en glunder als de informatie verschijnt die ik zocht.

‘Hoi mamma,’ zegt Mirco ineens, en ik draai me geschrokken naar hem om. ‘Waar kijk je naar?’ En alsof hij weet wat mijn ideetje is, geeft hij me opgewekt een zoen op mijn wang!

‘Wat denk je?’ vraag ik hem, ‘zou het leuk zijn als we vandaag een dagje weggaan? Want naar de bergen gaan we deze week niet, daar zijn nog nabevingen.’ Op zijn gezicht verschijnt een brede glimlach!

Als iedereen wakker is, en enthousiast reageert, gaat mijn man meteen naar de winkel om broodjes en drinken te kopen. Lina is er vol van, hoewel ze niet echt begrijpt wat we gaan doen.

Na ruim een uur rijden naderen we het Gardameer, nemen de afslag Parco Natura Viva, en besluiten eerst voor de safari te kiezen. Terwijl mijn man naar de kassa toe rijdt, leg ik aan de kinderen uit dat ze de ramen en deuren gesloten moeten houden vanwege de wilde dieren.

‘Mamma, waar zijn we?’ vraagt Lina, als we door een groot plastic vliegengordijn rijden.

‘Het gordijn is voor de wilde dieren, die durven er niet doorheen te lopen.’ De spanning is op hun beide gezichten af te lezen en Lina vraagt weer: ‘Mamma, wat voor die…, kijk!’ zeg ze, zichzelf onderbrekend, ‘giraffen, daar! Mirco kijk, het zijn er drie!’ Ik lach om haar enthousiaste reactie, wijzend van links naar rechts, ze weet niet waar ze het eerste moet kijken! Als we het volgende plastic gordijn naderen, leg ik uit dat we naar de leeuwen gaan. Lina schrikt, terwijl Mirco uitlegt dat we in de auto veilig zijn.

‘Pappa, wil je wat sneller rijden!’ zegt Lina, die haar broer niet helemaal gelooft. Als mijn man wil antwoorden roept Mirco ineens: ‘Daar, onder die struik, daar komt een hyena aangelopen!’ We kijken hoe het dier, dat op nog geen twee meter van ons vandaan loopt, iets groot en wits in zijn bek heeft. Als hij bij een plas aankomt laat hij het vallen, wat een grote plons veroorzaakt, waardoor de druppels in zijn gezicht spatten! De kinderen lachen luid als de hyena van schrik wild het water van zijn kop schudt!

We rijden de leeuwen voorbij die rustig liggen te slapen en net als we het safaripark willen uitrijden komt er een luipaard aangeslopen die iets in de bosjes verderop ziet. Wanneer hij jagend achter iets aangaat en de struiken induikt, rijden wij het park uit, naar de parkeerplaats, om te voet verder het park te bekijken. Ik geniet van het enthousiasme van de kinderen, ze kennen de meeste dieren wel, maar om nu oog in oog met ze en zo dichtbij te staan, is wel wat anders dan een boek!

Op de terugweg blijven we nog even staan kijken naar de chimpansees die gevoerd worden en ik ga terug in de tijd.

Met z’n allen naar Artis, wat een feest was dat! Eerst met de trein, dan met de tram, lopend in het park, geen tijd om echt naar de dieren te kijken, want uit nieuwsgierigheid renden we al naar de volgende kooi! Na afloop met de rondvaartboot door de Amsterdamse grachten…

We lopen weer verder en als Mirco het winkeltje ziet, weet ik al wat hij wil vragen. ‘Ja lieverd,’ zeg ik tegen hem, ‘jullie mogen iets uitzoeken!’ en ik denk aan de olifanten die ik als kind had gekocht als souvenir! Mirco koopt een speelgoedslang en Lina een pluchen aapje dat je aan je nek en om je middel kan hangen.

In de auto kunnen we de Tomtom, die ons naar Lazise aan het Gardameer moet brengen, nauwelijks verstaan, omdat de kinderen aan één stuk door praten! Nadat we een plekje voor de auto hebben gevonden en we een klein stukje hebben gelopen, zien we na een bocht het meer voor ons opduiken en zijn de kinderen ineens stil!

‘Oh…,’ zegt Lina dan.

‘Mamma, mag ik hier vissen?’ vraagt Mirco. Glimlachend kijk ik naar mijn man, hij geeft me een hand en zegt: ‘Kom, gaan we een restaurantje zoeken met uitzicht op het meer!’

Als we rond tienen bij mijn schoonouders aankomen om de hond op te halen, praten de kinderen over alle dingen die ze gezien en gehoord hebben. Lina was zo onder de indruk dat ze in één zin, tien verschillende dingen wilde vertellen. Als Mirco dan ook aan oma vertelt dat er kamelen waren die in een rondje renden, zegt Lina: ‘Ja, en ze staan in het water en zijn roze!’ We beginnen allemaal te lachen.

‘Roze kamelen!’ grinnikt Mirco, met zijn hand voor zijn mond.

Ze bedoelde te zeggen, er waren ook flamingo’s die in een meertje stonden, en die waren roze!

Tevreden liggen de kinderen in bed, glimlachend loop ik hun kamers uit nadat ik ze goed ingestopt heb. De aardbeving van gisteren zijn ze vergeten, misschien volgende week weer naar de bergen?

 

Sylvia