Sylviaderijk.com

De roepende koektrommel

Mijn man loopt naar de keuken, en terwijl hij de koelkastdeur opent, vraagt hij me iets wat ik niet goed versta. Omdat ik een vermoeden heb, antwoord ik: ‘Nee, ik hoef geen taart, neem jij maar!’ Met zijn hoofd om de hoek van de deur zegt hij verbaasd: ‘Dat zei ik niet, ik vroeg of je iets te drinken wilde, maar heb je taart gekocht?’ Hij kijkt weer in de koelkast, pakt de taart en terwijl hij naar het aanrecht loopt zegt hij: ‘Lekker, aardbeientaart! Weet je zeker dat je niet moet?’

‘Nee dank je,’ en ik zucht diep. Ik wilde helemaal geen taart kopen, maar toen ik langs de bakkerij van de supermarkt liep, werd ik geroepen! De taarten waren net klaar en lagen te lonken naar de klanten, de aardbeientaart viel me meteen op door zijn mooie dieprode kleur! Het meisje achter de toonbank had een schaaltje neergezet met hetzelfde verse fruit als dat op de taarten.

‘Wilt u een aardbei, een stukje ananas, of een stukje abrikoos?’

‘Een aardbei graag!’ De verkoopster prikt met een vorkje in het fruit en terwijl ze me de aardbei met een vriendelijke glimlach overhandigt, zegt ze: ‘De aardbeientaart is in de reclame mevrouw, nu voor vijf euro negenennegentig!’ De aardbei is heerlijk zoet en terwijl mijn hoofd zegt: Nee, niet kopen, je bent aan de lijn! heeft de zoetigheid mijn dieet al opzij gezet, en daar komt bij dat ik de taarten hoor schreeuwen: ‘Neem me mee, neem me mee!’

De koffiepot vult zich langzaam met verse koffie, terwijl ik mijn schema met calorieën lees. Een klein puntje aardbeientaart staat gelijk aan een stevig ontbijt. Oké, ik heb nog niet gegeten, dus…!

Mijn man gaat naast me op de bank zitten met een groot stuk taart op een bordje, en kijkt me met een vals lachje aan. ‘Echt niet? Het is lekker hoor!’ De geur van het verse fruit bereikt mijn neus en ik sluit een ogenblik mijn ogen. Hoe kan ik dit weerstaan, de hele dag word ik al geroepen en op de proef gesteld! Terwijl mijn man zijn vingers aflikt zegt hij: ‘Dat was heerlijk, mag je wel vaker meenemen! We hebben bijna nooit iets te snoepen!’ en hij kijkt me aan.

‘Dat doe ik expres!’ Ik glimlach naar hem, en zeg met mijn hand open achter mijn oor, om beter te kunnen horen: ‘Hoor jij het ook, daar…, vanuit de keuken?’ Appie kijkt me niet-begrijpend aan, en haalt zijn schouders op, terwijl hij naar de keuken kijkt. Ik sta op, loop naar de keuken, pak de koelkastdeur beet, en leg, voordat ik deze open, mijn oor op de deur. ‘Ja hoor, het komt hiervandaan!’ zeg ik lachend naar mijn man. ‘Hoor!’ zeg ik, terwijl ik de deur open, ‘Taart!’ Ik sluit meteen de deur, dan open ik de deur weer, en roep luid: ‘Taart!’ Snel sluit ik de koelkast weer. Dan loop ik naar een keukenkastje en als ik dat open, zeg ik: ‘Koekjes!’ sluit het deurtje, open het weer en roep nu luider: ‘Koekjes!’ Ik loop, met mijn hoofd een beetje schuin en een hand achter mijn oor naar de woonkamer, stop voor een mooie antieke eiken kast, en kijk naar Appie. ‘Hoor je het echt niet, ik hoor de hele dag stemmen! St…,’ zeg ik met mijn wijsvinger op mijn lippen, ‘hier fluistert iemand naar me!’ Ik open een la, en roep luid: ‘Dropjes!’ Wild schuif ik de la weer dicht, open dit keer heel langzaam de la, en zeg, met een lage, trage stem: ‘Drop-jes!’ Appie krijgt de slappe lach en begrijpt wat ik wil zeggen. Op het moment dat ik door mijn knieën ga en een kastdeurtje open waar een grote voorraadbus achter staat, komen de kinderen binnen.

‘Ja, chippies!’ roepen ze in koor. Ik sluit meteen het deurtje en zeg tegen mijn man: ‘Hoorde jij het nu ook? Uit de kast kwamen stemmetjes die “chippies” riepen!’ De kinderen kijken ons verbaasd aan en wij gieren het uit van het lachen!

‘Mamma, maar riep je ons niet om chips te eten?’ vraagt Lina.

‘Zie je wel,’ zeg ik tegen Appie, ‘zelfs de kinderen horen stemmetjes!’ Lachend pak ik twee bakjes, doe daar wat chippies in en geef dat aan de kinderen die blij buiten op het bankje gaan zitten eten.

Ik lig wakker omdat ik beneden iets hoor klepperen, langzaam sta ik op en ga richting het geluid. Voorzichtig open ik een kastdeurtje, en het klepperen wordt nu al heftiger! Mijn oog valt meteen op de mooie blikken trommel, die met kunst is beschilderd. Ik pak de trommel, til heel voorzichtig het deksel op, en gluur naar binnen.

‘Hallo koekjes, hier ben ik dan!’ fluister ik. Met mijn ene hand leg ik het deksel op de tafel, en met de andere graai ik in het rond.

Als ik weer in bed lig, vraagt mijn man: ‘Waar was je?’

‘Ik was beneden, ik hoorde iets klepperen!’

‘Oh, en wat was het probleem?’ vraagt Appie slaperig.

‘Niets, het probleem is al opgelost!’ zeg ik glimlachend.

 

Sylvia


Terwijl ik dit verhaal schreef kwam er onderin in beeld: Deze website maakt gebruik van cookies! Nou vraag ik u, hoe kan je nu gaan lijnen als je overal geroepen wordt!