Sylviaderijk.com

De natuur zó dichtbij!

Al dagen volg ik de vos, op de webcam in de Oostvaardersplassen. Maar tot op heden nog niets gezien, als ik ’s avonds na het eten tegen m’n kinderen zeg dat ik naar de vos ga kijken, komen ze op een stoel naast me zitten, bij de computer.

‘Mamma, hoe werkt het?’ vraagt mijn zoon.

‘Ik zie geen vos, waar is hij dan?’ vraagt m’n dochtertje. Ik glimlach om hun enthousiasme.

‘We moeten wachten,’ zeg ik. ‘Kijk, dit zijn de gangen waar ze kunnen slapen, daar waar het zwart is, kan hij naar buiten,’ en ik wijs met m’n vinger naar het scherm. ‘Buiten staat ook een camera, daar zien we kreupelhout liggen, met daaronder twee ingangen die uitkomen in deze gang,’ en ik wijs weer naar het scherm. De kinderen observeren de beelden en net als ik de buitencamera aan wil zetten, loopt er een vos voorzichtig en onwennig in de burcht.

‘Mamma, mamma,’ roepen Mirco en Lina door elkaar. ‘De vos, de vos loopt daar!’ We kijken vol spanning naar het scherm dat ik op grootbeeld heb gezet. De vos snuffelt hier en daar en gaat dan, een beetje onwennig, weer naar buiten. Ik schakel meteen over naar camera drie, en we zien de vos weer, maar nu buiten. Lina, die het niet helemaal begrijpt, zegt: ‘Mamma, hij is nu buiten, maar kreeg hij wel die zwarte deur open?’ Glimlachend vertel ik haar dat er geen deur is, dat de vos zo in en uit kan lopen! Dan, als de vos een paar keer heeft geplast, gaat hij weg.

‘Mooi was dat hè, en wat toevallig dat de vos er nu wel was, ik wacht al vier dagen!’

‘Dat komt omdat we nu samen kijken, de vos heeft op ons gewacht, mamma!’ zegt Lina, me serieus aankijkend. Misschien was je niet stil genoeg, zegt ze fluisterend. Mirco begint te lachen.

‘Dat kan niet zusje, de vos kan je niet horen!’ en hij grinnikt nog een keer met zijn hand voor z’n mond.

‘Er is ook een oehoe, willen jullie die ook zien?’ vraag ik snel, als ik zie dat het gezicht van Lina op huilen staat.

‘Oehoe?’ verbaasd kijkt Mirco me aan. ‘Wat voor dier is dat?’ Mijn kinderen, die ik tweetalig probeer op te voeden, moeten lachen om de naam. Vooral Mirco, die leert schrijven op school, probeert het op zijn Italiaans te schrijven en grinnikt weer als hij zegt: ‘Uhu!’ (zo spelt hij het, want de Nederlandse OE, is een U in het Italiaans) We moeten lachen, maar nadat ik de juiste vertaling geef van de oehoe in het Italiaans lachen we alle drie zo hard, dat mijn man opkijkt vanuit zijn boek.

‘Waarom lachen jullie?’ hij legt zijn boek op tafel en komt erbij staan.

‘Pappa, de oehoe heet in het Italiaans… hahaha,’ Mirco kan het niet zeggen van de slappe lach. Dan zeg Lina ineens heel serieus: ‘De gubo heet buffo buffo!’ Lina wordt boos als we allemaal luid moeten lachen. Mijn dochtertje heeft de letters gemengd! Ze zei: de grappige gubo! Het moet zijn: De gufo heet Bubo Bubo! (vertaalt: de uil heet Boebo Boebo!)

‘Niet lachen!’ roept ze nu heel boos, en als ik zie dat ze moet huilen verander ik van site. De kinderen zijn in één keer stil als ze de oehoe zien broeden, als ik het scherm dan ook op groot zet, is de uil wel heel dichtbij.

‘Dag oehoetje, zegt Lina zachtjes en ze zwaait naar het beeldscherm. Ik moet lachen maar stop abrupt als ze me kwaad aankijkt!

Ik vertel de kinderen dat de uil twee eieren heeft gelegd en…, verder kom ik niet omdat we met ingehouden adem naar het scherm kijken. Het mannetje komt aanvliegen met een prooi in zijn bek. Hij geeft het eten aan het vrouwtje, dat er een klein stukje vanaf bijt. Ik kijk naar de kinderen, het is allang bedtijd voor ze, maar dit is zo prachtig, dat wil ik ze echt niet onthouden! Dan vliegen de uilen weg en de kinderen draaien allebei hun gezichten naar me toe met de vraag: Waar gaan ze heen?

‘Misschien even een rondje vliegen? De oehoe zit al zolang op zijn nest!’ zeg ik zo begrijpelijk mogelijk. Maar Lina (vier jaar) heeft het beste antwoord, waardoor we allemaal weer in de lach schieten, zelfs Lina, want ze zei: De oehoe is even naar de wc, ze moest plassen! Ze zit al zolang op haar huis, ze kan toch niet op de eieren plassen. De vos ging toch ook net naar buiten om te plassen, dat deed hij toch ook niet in de gang!’

Als ik ’s avonds, voordat ik de computer uitzet, nog even naar de vos terugkeer, zie ik hem weer rondlopen. Snuffelend en zijn geur afzettend rondom de burcht. Ik hoop dat de vos zijn jongen daar krijgt, want de kinderen, mijn man en ik, we zijn verslaafd aan deze prachtige beelden. We zien niet alleen de vos en de oehoe, maar ook hertjes, vogels en eenden!

 

Sylvia

 

www.volgdevos.nl

www.volgdeoehoe.nl