Sylviaderijk.com

Mirtilli

Als ik naar buiten loop, kijk ik naar de kinderen die in een grote stenen wasbak van een meter bij een meter zitten. Ze vervelen zich en kliederen met water dat uit de tuinslang komt, die aan het kraantje vast zit. De broekspijpen van Mirco zijn drijfnat en als Lina op het randje gaat zitten, en ik het water uit haar laarzen zie gieten, zucht ik diep en zeg tegen mezelf: ‘Ze hebben nèt schone kleding aan!’

Ach, had ik ze maar de kleding van gisteren aan moeten laten trekken, denk ik glimlachend, laat ze maar gaan, thuis hebben we geen grote wasbak waar ze in kunnen staan en spelen. Maar als Mirco de tuinslang rechtop houdt, de kraan opendraait en de slang als een fontein gaat gebruiken waardoor mijn was, die bijna droog is, en onze hond, die al oud begint te worden, nat gespetterd worden, grijp ik in.

‘Mirco, nu is het genoeg! Laat de hond met rust, dat arme beest! Kijk wat je heb gedaan, mijn hele was is weer nat!’ De kinderen kijken lachend naar de hond die snel het huis invlucht, Mirco kan het niet laten en geeft de hond nog een straal water na.

‘Mirco!’ roep ik kwaad, ‘Eruit, nu!’ Ik loop boos naar de kraan en draai die dicht. Erg onder de indruk van mijn optreden zijn ze niet, en als Lina haar laarzen, die vol water zitten, uitdoet, dan één laars boven het hoofd van Mirco houdt, laat ze gierend van het lachen het water eruit lopen! Mirco, die op zijn beurt boos is geworden, pakt de tuinslang weer, richt die op zijn zusje, en draait de kraan vol open. De slang glipt uit zijn handen, en begint uit zichzelf wild in het rond te spuiten. Ik ren naar de kraan en draai hem dicht terwijl ik boos zeg: ‘kijk nou eens wat je hebt gedaan! De ramen van de buren zijn drijfnat, ze zijn gisteren net gelapt!’ De kinderen zijn plotseling stil als de buurman naar buiten komt en zegt: ‘Wat is er aan de hand?’

‘Sorry Donald,’ begin ik verontschuldigend, ‘de kinderen vervelen zich en hebben de ramen natgemaakt.’ Lachend loopt hij naar de fontein waar de kinderen vol schuldgevoel op de rand zitten.

‘Hier hebben jullie een doek, ga de ramen maar schoonvegen!’ zegt hij, mij een knipoog gevend. Braaf staan ze op en lopen naar het raam. Dan draait Mirco zich om en vraagt aan mij: ‘Mamma, waarom zijn kinderen soms vervelend en doen ze dingen die ze eigenlijk niet mogen doen?’ Verbaasd, omdat ik deze vraag niet had verwacht, leg ik het ze uit, en als ze klaar zijn met schoonmaken zeg ik: ‘Ik heb een idee, laten we bosbessen gaan zoeken!’ Lina kijkt me meteen enthousiast aan.

‘Mamma, ik weet waar je die kan vinden, dan hoef je niet te zoeken!’

‘Ja?’ zeg ik verbaasd, ze heeft zeker de buren horen praten, die zijn gisteren met de hele familie mirtilli gaan zoeken, zoals ze hier in de bergen heten. Ze waren met twee grote afwasbakken vol thuis gekomen.

‘Weet jij waar je bosbessen kan vinden?’ vraagt Mirco, omdat hij zijn zusje niet gelooft. Lina staat vol trots op, omdat ze zich belangrijk voelt. Ze gaat op de rand van de wasbak zitten, zodat iedereen haar aandacht geeft, haar broer gaat naast haar zitten en kijkt haar vragend aan.

‘Mamma,’ begint ze serieus, ‘bosbessen vind je hier in het dorp, in de supermarkt!’ Ik schiet in de lach, maar als ze kwaad naar me kijkt, hou ik me in.

‘Ik heb het zelf gezien toen ik gisteren met pappa boodschappen ging doen. De bessen liggen bij het fruit!’

‘Je heb gelijk lieverd,’ begin ik, ‘maar je vindt ze ook in de natuur, ze groeien aan struiken! Kom, gaan we droge kleding aandoen en dan rijden we er naartoe, kan je het zelf zien!’ De kinderen kleden zich snel om, terwijl mijn man aan de buurman vraagt waar ze gisteren precies zijn geweest.

Na vijftien minuten lopen we met twee emmertjes en twee speciale kammen de heuvel op, naar de struiken toe. Onderweg vinden we eerst frambozen, die we meteen opeten, want ze zijn heerlijk zoet!

De kinderen vinden het prachtig dat ze de bessen zo aan de struiken zien hangen en kammen de planten voorzichtig, zodat de bessen in het bakje vallen.

De tijd vliegt voorbij als we na drieënhalf uur het pad aflopen naar de auto toe. We komen weer langs de frambozenstruiken waarvan we een half emmertje vol plukken, ditmaal zonder ze op te eten! Voor de kinderen duurt het nu te lang en ze beginnen zich te vervelen. Ze willen terug omdat ze aan de buurkinderen willen laten zien dat wij ook bessen hebben gevonden! Als we bij de auto aankomen, pesten de kinderen elkaar en als dan de hond, die we ook mee hadden genomen, in hun pesterij wordt betrokken, grijp ik in.

‘Kinderen, laat de hond slapen, hij is moe van de wandeling!’ De hond laten ze nu met rust, maar Mirco heeft een paar bessen in zijn hand die hij nu één voor één naar Lina gooit, zij begint te jengelen en het wordt een geschreeuw achterin de auto!

‘Basta!’ roep ik erboven uit, ‘hebben jullie dan niets geleerd van vanmorgen?’ Ze zijn meteen stil maar na een paar seconden begint Mirco zachtjes te praten.

‘Mamma, kinderen moeten soms vervelend zijn en dingen doen die ze niet mogen doen. Daar leren we van…, van die fouten! Dat heb je vanochtend zelf zo uitgelegd toen ik het je vroeg!’ Ik kijk mijn zoon, die onzeker naar mij kijkt, aan en begin te glimlachen.

‘Geef me de vijf!’ zeg ik, terwijl ik mijn hand ophef. ‘Je heb helemaal gelijk, laten we vergeten wat er net is gebeurd en opnieuw beginnen!’

Blij slaat Mirco met zijn hand tegen mijn hand en kijkt dan glunderend naar buiten.

 

Sylvia