Sylviaderijk.com

Koffie klaar?

Al weken keken Mirco en Lina er naar uit om hun neefje en nichtjes weer te zien.

‘Mamma, hoeveel nachtjes slapen nog?’ vroeg mijn dochter, elke avond voor het slapen gaan.

‘Nog zeven!’ zei ik, en zo telden we samen af tot op de woensdagavond.

‘Morgen krijgen we visite, weet je ook wie er komen?’ Lina kijkt me met grote ogen aan.

‘Ja lieverd, morgen komen je nichtjes en neefje!’

‘Si, si, si!’ roept ze dansend in haar kamertje.

‘Mirco…, morgen komt Cheyenne!’ Ik kijk naar mijn zoon die blij de slaapkamer binnen komt lopen. Na veel herinneringen ophalen en enthousiasme vallen de kinderen uiteindelijk in slaap.

 

“Piep, piep!” zegt mijn mobiel, en ik open met ingehouden adem de berichten.

“Koffie klaar?” Mijn hart maakt een sprongetje als ik deze woorden lees van mijn zusje, blij zeg ik tegen de kinderen: ‘Open het hek maar, ze komen eraan!’ Mirco huppelt en danst van plezier naar het hek, terwijl Lina stilletjes dicht bij me komt staan als de auto het pad oprijdt. Als ze uitstappen is het een mix van talen, mijn man in het Engels, ik in het Nederlands, en dan weer vertalend naar het Italiaans! Als ik om me heen kijk, zie ik Lina niet meer, en ga naar de woonkamer om haar te zoeken. Ik vind haar huilend op de trap.

‘Wat is er lieverd?’ en trek haar op mijn schoot. Dan komt mijn zusje binnen met een cadeau voor Lina, ze is spontaan vergeten waarom ze huilde!

De kinderen kijken elkaar onwennig en verlegen aan, ze willen elkaar zoveel zeggen, op Skype gaat het veel gemakkelijker, maar nu staan ze bij elkaar, en dat is toch wel iets heel anders! Als wij na een half uurtje buiten aan de koffie zitten, spelen de kinderen binnen met elkaar alsof het taalprobleem niet meer bestaat.

De dag vliegt voorbij en als mijn zusje met haar gezin, op de oudste dochter na, ’s avonds laat weer in de auto stappen om naar hun vakantiehuisje te gaan aan het Gardameer, roep ik ze na: ‘Tot morgen zusje!’

‘Ja gezellig, tot morgen, stuur even een sms, dan heb ik de koffie klaar!’ en lachend sluit ze het raam. Als ze de straat uit zijn, keren we ons om terwijl ik een arm om mijn nichtje heen leg.

‘Cheyenne, we hebben een klein probleempje, ik heb de zolder klaargemaakt voor je, maar toen vroeg Mirco of je bij hem op de kamer wil slapen. Toen Lina dat hoorde, begon ze te huilen want zij wil ook dat je bij háár op de kamer slaapt!’ Cheyenne kijkt me glimlachend aan en zegt: ‘En nu moet ik kiezen?’

‘Als je op de zolder wil, ga je lekker daar slapen, of wat mijn ideetje is, dat jullie allemaal bij Mirco op de kamer slapen, dan halen we de matrassen naar beneden!’ Mirco en Lina juichen luid als hun grote nicht besluit bij hen samen op de kamer te slapen.

 

De volgende morgen, nadat we allemaal hebben ontbeten, vertrekken we naar het Gardameer, waar we na een uurtje rijden aankomen. We hebben een hotel geboekt in hetzelfde plaatsje, zodat we een heel weekend samen kunnen zijn. We laden onze koffers uit, brengen die naar onze kamer, en dan vertrekken we meteen naar het huisje van mijn zusje.

Na de koffie gaan we naar het zwembad. Als de kinderen lekker spelen, kijk ik vanaf mijn ligbed naar Mirco en Irvin, het zijn neefjes, maar het lijken wel broers! Lina heeft veel weg van Cheyenne, toen die vijf jaar was. En Mea…, zij heeft van alle kinderen iets!

Ging het eerst nog met woordjes en handgebaren, des te beter begrijpen ze elkaar ’s avonds. We eten in een restaurant, wat voor de kinderen een groot feest is. Naast onze tafel spelen de drie middelste kinderen een spel, Mea, de jongste van één, probeert steeds een zonnebril op en af te zetten, en Cheyenne is eindelijk even verlost van mijn kinderen omdat die steeds dicht bij haar willen zijn, en speelt nu een spelletje op haar telefoon. Genietend neem ik een slok van mijn wijntje en denk aan morgen, als we met de boot naar Sirmione gaan.

Als na de koffie de drie het spel spelen met het volume op tien, de jongste een volle luier heeft en je aan de geur kan raden wat ze heeft gedaan, besluiten we op te stappen. Na vele knuffels lopen we later de trap op richting onze kamer, en als mijn man de deur opendoet, is het een herrie!

‘Het lijkt wel alsof er een helikopter in onze kamer staat!’ zegt Mirco met zijn handen op zijn oren.

‘Misschien is het één van die vliegtuigen die naast ons hotel staan!’ zegt Lina wijs.

‘Dat kan niet,’ lacht Mirco, ‘die staan daar geparkeerd, ze kunnen niet meer vliegen!’ Ze wil gaan huilen, maar van vermoeidheid laat ze zichzelf op het bed vallen. Omdat we vermoeden dat het geluid de ventilator is van de kamer naast ons, besluiten we maar te gaan douchen, dan zijn we in ieder geval lekker opgefrist, en hopen we dat de buren snel thuiskomen.

‘Mamma, ik kan niet slapen met die herrie,’ zucht Mirco.

‘Ik ook niet!’ zeg ik oprecht vanuit mijn bed. ‘Laten we onze ogen dicht doen en bedenken wat het geluid zou kunnen zijn, misschien vallen we dan in slaap, ik denk dat het een snurkende olifant is! En jullie?’ De kinderen beginnen te lachen.

‘Ik denk dat er een helikopter aan het landen is in onze slaapkamer!’ zegt mijn man.

‘Dat kan toch niet, pappa!’ zegt Lina, en ze krijgt de slappe lach.

‘Ik denk dat het…,’ zegt Mirco, maar hij houdt op met praten als het ineens doodstil is.

‘Nu kunnen we eindelijk slapen!’ zeggen we alle vier in koor. Waarop we allemaal in lachen uitbarsten. Maar na twee minuten is iedereen naar zijn eigen wereldje vertrokken!

 

Sylvia