Sylviaderijk.com

Familie Poep

Mirco en Lina zijn erg zenuwachtig en daardoor erg druk.

‘Stop nou, met dat gepest,’ zeg ik zuchtend, als ze elkaars step weer afpakken. ‘Kom, we gaan een stukje wandelen met de hond!’

‘Ja, ik wil met mijn fiets, mamma,’ roept Lina, als ze de step van haar broer laat vallen, naar het schuurtje rent en haar fietsje pakt, dat veel te klein is. Glimlachend denk ik aan haar verjaardagscadeau, dat klaarstaat op zolder.

We zijn al een half uur buiten als mijn telefoon gaat. Met ingehouden adem kijken de kinderen me aan, want de teleurstelling was groot, toen gisteren mijn mobiel afging en een lerares mij vertelde dat de Amerikaanse studente haar aansluiting had gemist en nog in Amerika was.

‘Wie is het?’ vraagt Mirco voorzichtig. ‘Pappa?’

‘Nee lieverd, die zit nu in het vliegtuig en komt rond de middag thuis.

Ik praat met de mevrouw van gisteren en als ik mijn mobiel weer in m’n tas steek, kijken de kinderen me vragend aan.

‘Kom lieverds, we moeten doorlopen, de bus is al onderweg en Nicky zal over een half uurtje bij het busstation aankomen.’

‘Dus ze komt nu echt?’ vraagt Lina zachtjes, en op haar gezicht verschijnt een glimlach.

‘Jippie!’ jubelen ze door elkaar.

Op het station is het gezellig druk met de andere gastgezinnen en de mensen van de school die alles geregeld hebben. Iedereen wacht en…,

‘Daar is de bus!’ roepen alle kinderen. Mirco geeft me een hand en trekt me mee naar voren. We zoeken onze Nicky, als we ineens naast ons horen: ‘Hoi nieuwe familie, ik ben hier!’ We draaien ons om en met moeite weet ik mijn tranen binnen te houden als we met zijn drieën, Nicky omarmen. Door de emotie gaat mijn Engels de mist in, en ik gebaar uiteindelijk maar, waar onze auto staat.

Onderweg vertelt Nicky alles over haar eerste verre reis die ze gemaakt heeft, en hoe blij ze is dat ze een maand bij ons mag logeren. Als ik de straat indraai, opent Mirco ineens het raampje en roept: ‘Pappa, Nicky zit bij ons in de auto!’ Ik kijk goed en zie de taxi voor ons huis staan, en inderdaad mijn man staat met de bestuurder te praten.

‘Hij komt net terug uit Indonesië,’ leg ik aan Nicky uit, terwijl ik inparkeer. We stappen uit en de taxichauffeur zegt: ‘Wat leuk dat jullie allemaal tegelijk aankomen!’ Lachend nemen we afscheid van hem en onder het gejubel van de kinderen lopen we naar de voordeur waar onze hond blij wacht, maar mijn blijheid verschiet omdat ik iets ruik, wat ik niet wil ruiken. Als ik de deur open, komt de stank ons al tegemoet.

‘Nee, niet nu,’ zeg ik zachtjes tegen mezelf, terwijl ik mijn schouders teleurgesteld laat hangen.

‘Mam, het hele huis ruikt naar de poep, lekker binnenkomen!’ zegt Mirco lachend, en houdt zijn neus dichtgeknepen.

‘Beh,’ zegt Lina, en wuift demonstratief met haar hand voor haar neus.

‘Sorry,’ begin ik haperend, en mijn man neemt het gesprek over. ‘De strontputten moeten geleegd worden, maar het bedrijf had nog geen tijd gehad om langs te komen.’ Appie legt alles uit, terwijl ik overal de kranen openzet om de stank te verdrijven.

Na een half uurtje gaat, terwijl ik bijna het middageten klaar heb, Mirco bij Nicky op de bank zitten en begint ineens hard te lachen!

‘Mirco je stinkt!’ roept Lina lachend, terwijl ze met haar hand haar neus dichtknijpt.

Ik kijkt met lede ogen toe hoe de kinderen lachend naar de Amerikaanse studente kijken, die meelacht en zegt: ‘Laat ze maar, op deze manier breekt het ijs!’ Ik zucht diep en glimlach dan uiteindelijk maar.

Appie heeft de tafel in de tuin gedekt en als ik het eten heb opgeschept, gaan we met zijn allen naar buiten. Tijdens het eten kijkt Nicky rond in de tuin en zegt: ‘Beautiful!’ Ik glimlach, want de tuin is mijn hobby.

‘Dank je,’ zeg ik blij, en op hetzelfde moment laat ik van schrik mijn vork op mijn bord vallen, als ik de hond ineens zie poepen in het pas gemaaide gras.

‘Kijk!’ roept Lina, ‘Lucky is aan het poepen!’ Ik sluit even mijn ogen, terwijl ik mijn hoofd schud. Nicky begint te lachen en legt medelijdend haar hand op die van mij.

De middag en avond vliegen om en we besluiten allemaal om vroeg naar bed te gaan, want we moeten de volgende dag weer op tijd op.

In de vroege ochtend ruim ik de twee hopen poep op van de hond, als Nicky de tuin inloopt.

‘Goedemorgen!’ zegt ze opgewekt. Ik kijk haar verschikt aan en zeg: ‘Heb je goed geslapen?’ terwijl ik denk, daar sta ik dan met de poepzakjes in mijn handen.

‘Geeft niks hoor,’ zegt ze, wijzend naar de zakjes, ‘wij hebben ook een hond!’

Als later in de ochtend iedereen weg is, en mijn hulp lekker aan het poetsen is, komt de strontboer voorrijden. Ik loop naar voren en zeg verbaasd: ‘Jullie zouden bellen!’

‘We wisten dat u elke ochtend thuis bent!’ zegt de blonde man, terwijl zijn collega de slangen uit begint te rollen. De blonde man besluit om ook de doucheputten door te spoelen, en als ik langs mijn hulp loop zie ik haar beduusd naar me kijken. De man zet de waterspuit aan, die ineens losschiet, waardoor het vuil in de rondte vliegt.

‘Shit!’ zegt hij zenuwachtig, en pakt snel een doek die hij op de spuit gooit.

‘Geeft niet hoor,’ zeg ik, terwijl ik een handdoek pak en m’n gezicht droogmaak.

Als ze ook bij de buren klaar zijn, sta ik met de blonde man af te rekenen, terwijl de ander de slangen weer oprolt. Op hetzelfde moment komt de studente het pad oplopen, waardoor de man is afgeleid, en de slang uit zijn handen glipt. Als een opgewonden veer, die zich nu razendsnel afrolt, vliegen de strontspetters in het rond! Iedereen kijkt mij verschrikt aan, als ik langzaam mezelf bekijk en de spetters op mijn broek en schoenen zie zitten. De mannen bieden hun excuses aan en beginnen stilletjes mijn oprit schoon te spuiten, terwijl ik ga douchen.

Na een half uurtje kom ik beneden en zie dat mijn hulp en Nicky de lunch klaar hebben gemaakt en de mannen buiten aan een kopje koffie zitten.

‘Het spijt me,’ zegt de blonde man, opspringend als hij mij ziet, en geeft me een warme klamme hand.

‘Aan tafel!’ roept Nicky op hetzelfde moment, als ik naar mijn hand kijk maar geen spier vertrek. De andere man geeft me ook een hand en dan lopen ze zwijgzaam weg. Wanneer ik naar binnen loop om mijn handen te wassen, zie ik de hond weer op zijn hurken in de tuin zitten, en terwijl het hele huis stinkt naar van alles, behalve naar de schoonmaakmiddelen van mijn hulp, begint ineens ook Skype te rinkelen.

‘Dat is mijn moeder!’ roept Nicky enthousiast, ‘ze wil graag kennis met je maken!’ Ik loop naar de laptop en zeg: ‘Gelukkig kan ze ons alleen maar horen en zien, niet ruiken!’ zeg ik, en we beginnen allemaal luid te lachen.

 

Sylvia