Sylviaderijk.com

Angst

‘Mamma, gaan we, voordat we boodschappen gaan doen, eerst iets eten in de bar?’ vraagt Mirco.

‘Tuurlijk gaan we eerst eten!’ antwoord ik, terwijl we de kapperszaak uitlopen waar Mirco net is geknipt. Het is een groot winkelcentrum op de eerste verdieping met de parkeergarage op de begane grond.

Mirco zoekt een tafeltje uit, dicht bij de bar, en praat met een jongen van de bediening. Dan, als onze broodjes en drinken op de tafel zijn neergezet, en we net de eerste hap willen nemen, voelt het alsof iemand mijn stoel onder me uit trekt. Ik blijf nog net zitten, als ineens ook onze tafel een meter van ons opzij, en weer terugschuift. We kijken elkaar geschrokken aan en dan begint het hele gebouw heen en weer te bewegen! Ik sta abrupt op, buig me over mijn zoon en kijk naar de eigenaar en het personeel van de bar, we zeggen niets maar we hebben allemaal dezelfde angst in onze ogen. Dan staat het winkelcentrum stil, alsof er niets is gebeurd en overal komen mensen tevoorschijn die beginnen te rennen naar de dichtstbijzijnde nooduitgangen. De paniek is groot, mensen lopen in trance, terwijl  anderen schreeuwen of huilen. Ik blijf dit keer rustig, vooral omdat ik de paniek in de ogen van mijn zoon lees, ik pak mijn handtas en neem Mirco aan zijn hand mee naar de nooduitgang, terwijl ik de eigenaar even toeknik. Als we buiten zijn blijkt mijn auto aan de andere kant te staan en ik vraag aan een bewaker hoe ik daar zo snel mogelijk kan komen.

‘Ren met deze mensen onder het winkelcentrum door,’ en hij wijst naar een groep naast hem, ‘mijn collega begeleidt jullie.’ Terwijl de groep begint te rennen, volgen wij ook, terwijl ik denk: dit is belachelijk, eronderdoor?’ Als ik mijn oriëntatie even kwijt ben krijg ik het Spaans benauwd, maar als ik mijn rode autootje in de verte zie staan, heb ik mezelf weer onder controle.

We stappen in, en als ik de contactsleutel omdraai zegt Mirco: ‘Mamma, ik heb mijn gordel nog niet om!’

‘Dat komt zo wel, als we uit de parkeergarage zijn!’ en ik rij naar buiten, één van de parkeervakken op. We zuchten diep en ik zeg: ‘We hebben het gehaald!’ Waarop Mirco zegt: ‘Nu weet ik waarom we moeten sporten, dat is voor als je moet vluchten!’ Zenuwachtig lach ik naar hem en zie zijn angstige koppie. Ik pak mijn telefoon en probeer mijn man te bellen, maar de lijn is overbezet, zo ook internet, als ik dat aan wil zetten, om te kijken waar het episch centrum was. Omdat na een aardbeving er altijd meteen naschokken komen, start ik de auto en rijden we weg, we willen even niets meer voelen.

Angst, voor diegene die niet weet wat het is, die prijs ik heel gelukkig! Ik was voorheen ook nooit ergens bang voor, op mijn spinnenfobie na dan, maar die heb ik overwonnen door de beestjes van dichtbij te gaan bewonderen. Ik pak ze nu zelfs op als er zo’n zwarte joekel over de grond kruipt en zet ze buiten!

Slapen deed ik het liefst in een donkere kamer, claustrofobie heb ik nooit gekend maar ik weet wat voor angst het bij mensen oproept als er een deur ineens dichtgaat en ze zich opgesloten voelen. Ik heb die angst gezien in de ogen van een paar familieleden die daaraan lijden! Hoogte was ook nooit een probleem voor mij, bij mijn man breekt nog het zweet uit bij de gedachten dat ik heb gebungeejumpt! Je zal hem ook nooit vinden op een ladder van meer dan twee meter!

Ik heb er nooit om gelachen als iemand mij vertelde dat ze ergens bang voor waren, integendeel…, ik probeerde ze juist te helpen! Een deur open houden, een lampje aandoen of zelf een ladder opgaan.

Maar nu…, het is een jaar geleden dat wij dichtbij het episch centrum zaten, drie grote bevingen hebben we gehad, en daardoor hebben we huizen zien instorten, er zijn mensen en veel dieren overleden en ons nieuwe huis was beschadigd. Stapje voor stapje zijn we na drie maanden, nadat we in de bergen woonden en als we werken moesten, sliepen we in een tent in de achtertuin, weer in ons huis gaan slapen. Eerst in de woonkamer, een paar dagen later in onze slaapkamer, met het licht aan, en veel later kwamen we weer op zolder. Sinds twee maanden sportte ik zelfs weer elke dag op zolder, de angst bijna overwonnen!

Die aardbeving van vrijdag 21 juni, die had niet moeten gebeuren, ik moet weer van voorafaan beginnen.

Toen ik eindelijk verbinding had gekregen met de site die mij vertelde waar de beving precies was, dacht ik: nee, ons huisje in de bergen ligt dicht bij het episch centrum, daar voelen ze wel de kleinere naschokken! Ons plekje, waar we een jaar gelden naartoe waren gevlucht, en waar we ons zò thuis voelden!

Het zal even duren voordat we die angst overwinnen en dat we dáár weer naar teruggaan. Maar…, we gaan terug, want het is een mooie plaats waar de kinderen zich thuis voelen met de natuur, de dieren en de mensen, en ik…, ik wil terug naar mijn eigen plekje, daar…, bij die boom aan een stromend beekje dat eindigt in een watervalletje. Waar ik één kan zijn met de natuur, en waar géén plaats is voor mijn angst!

 

Sylvia